21 januari 2021 - De publieke omroep wordt dit jaar 90. Daarom ging de redactie van vrt.be langs bij een aantal oudgedienden om hen te vragen hoe belangrijke omroepthema’s in de loop der jaren werden ingevuld. Vandaag is het de beurt aan Jan Van Rompaey.
Jan Van Rompaey gaf als reporter en programmamaker de man en vrouw in de straat een podium. Hij is de geknipte persoon om te doorgronden hoe het beeld van de Vlaamse identiteit doorheen de jaren is geëvolueerd bij de VRT.
Gesprek met Jan Van Rompaey
Wie Jan Van Rompaey zegt, kan meteen ook een programmatitel bij zijn naam bedenken: Echo, Terloops, Argus, Zeker weten, Jan Publiek, Ombudsjan… Elke generatie heeft zo z’n Jan Van Rompaey-referentie. Het was dankzij deze interviewer dat de gewone man en vrouw een podium kregen. Want Van Rompaey ging niet ten rade bij experts, maar vroeg de mening van de gewone mens in de straat.
In het begin reageerden de Vlamingen nog schuchter en verbaasd bij het zien van de camera. Maar ze waren ook best wel vereerd dat de televisie naar hen toe kwam. Gaandeweg zag Van Rompaey de modale Vlaming mondiger worden. In Jan Publiek – een van z’n laatste programma’s – vormden de Vlamingen in de studio zelfs een doorsnede van de bevolking om over hete hangijzers te debatteren. Sindsdien ziet de tv-maker, die de media al die jaren nauw is blijven volgen, de mondigheid nog meer toenemen. Niet in het minst door de komst van sociale media.
Video
Maar wat jongere generaties wellicht niet meer weten is dat Jan Van Rompaey zijn carrière, na zijn eerste stappen bij Humoradio, bij de BRT-radio begon. En ook daar zocht hij al vlug gewone mensen met hun bijzondere verhalen op, voor het programma Jan en Allemaal.
“Ik herinner mij mijn eerste onderwerp nog: een man die uit een woningbrand was ontsnapt doordat hij was gewekt door zijn waakzame papegaai. Na een tijdje ben ik dan aan de slag gegaan bij de ploeg van het tv-programma Echo. Die hadden al de traditie om gewone mensen aan het woord te laten. Daar kon ik mij in vinden, omdat er naar mijn gevoel te weinig gewone mensen in Het journaal aan bod kwamen. We lieten ook wel eens absurde humor in onze reportages toe. We namen onszelf als reporter niet altijd even serieus. (lacht) Wat de journalisten van Het journaal natuurlijk wel deden.”
We lieten ook wel eens absurde humor in onze reportages toe. We namen onszelf als reporter niet altijd even serieus
Eddy Wally
Als je de gewone man of vrouw voor de camera haalt, dan loert het gevaar van uitlach-televisie niet zelden om de hoek. “We kregen dat verwijt wel eens, bijvoorbeeld wanneer we een opmerkelijke figuur als Eddy Wally opvoerden”, herinnert Van Rompaey zich. “Nu, mensen als Eddy ervaarden dat niet als uitlachen. Ze waren net gelukkig dat ze op de televisie kwamen. Maar dat mag natuurlijk geen argument zijn. Het doel moet altijd een gezonde lach zijn, nooit uitlachen.”
Gewone Vlamingen in alle oprechtheid hun verhaal laten doen, kan ook heel aandoenlijke televisie opleveren. “Ik herinner mij een vrouw die kwam vertellen over hoe haar dochtertje was overleden aan kanker”, blikt Van Rompaey nog altijd wat aangedaan terug. “Ze vertelde dat op zo’n mooie, aangrijpende manier. Het werd muisstil in de studio. En op dat moment in de uitzending besefte ik dat het tegelijkertijd ook in heel wat huiskamers heel stil moest geweest zijn.”
Een vrouw vertelde over het overlijden van haar dochtertje. Het werd muisstil in de studio. Tegelijkertijd moet het ook in heel wat huiskamers heel stil geweest zijn
Vandaag lijken zo’n emotionele moment vanzelfsprekend op televisie thuis te horen. Maar Van Rompaey weet dat het zeker in de vroegere jaren van de omroep heel anders was. “Zeker als je ter plekke kwam, dan kon de gewone man of vrouw in de straat overrompeld raken door het zicht van de cameraploeg. Dat is toch een obstakel dat mijn generatie heeft helpen overwinnen voor latere programma’s, zoals Man bijt hond en Iedereen beroemd. Die kunnen zich niet meer voorstellen dat de komst van televisie een belevenis kon zijn. Zo herinner ik mij een dorp waar een groot spandoek uithing: Volgende week komt Echo!”
Sociale media
De wereld waarin we nu leven lijkt helemaal anders. Nu is iedereen met een smartphone op zak een potentiële nieuwsmaker. “Ik denk regelmatig na over sociale media. En vraag me af of ik er gebruik van zou hebben gemaakt, mochten ze bestaan hebben toen ik mijn programma’s maakte. De toegang die vandaag iedereen tot het vrije woord heeft, vind ik niet altijd goed gelukt. Vaak krijg je te maken met scheldpartijen en slagen onder de gordel. Ik denk dat het maken van televisie er in zekere zin moeilijker op geworden is, en ik kan me voorstellen dat makers op hun hoede zijn voor de reacties op sociale media. Al kunnen sociale media ook tot een programma bijdragen. Je kan er ook uit leren, dat voordeel zie ik wel.”
Wat weinigen weten, is dat Van Rompaey bij zijn eigen programma’s altijd wel te vinden was om te experimenteren met de laatste nieuwe technologie. Denk maar aan satellietverbindingen of zelfs het faxapparaat waarmee kijkers vragen konden insturen. “Die las ik dan live voor op televisie. Ik was altijd nieuwsgierig naar nieuwe technologie, maar eigenlijk ging het mij er vooral om mensen toegang te geven tot het programma. Op een bepaald moment zat ik met wel vier telefoontoestellen tegelijk voor mij. En soms liep het met dat soort nieuwe technologie wel eens mis, zoals een satellietverbinding die uitviel in het midden van een liveprogramma. Pijnlijk, maar moest kunnen, vond ik. Zo gebeurde er ook iets op televisie.”
Op een bepaald moment zat ik met wel vier telefoontoestellen tegelijk voor mij. Ik wou de mensen thuis toegang geven tot het programma
Programma’s als Man bijt hond en Iedereen beroemd zijn schatplichtig aan de bakens die Van Rompaey en zijn collega’s decennia geleden hebben verzet. Zijn er zulke programma’s die hij vandaag altijd gezien wil hebben? “Ik kijk graag naar de programma’s van Martin Heylen. Ik voel zelfs een beetje jaloezie als ik hem op pad zie gaan, bijvoorbeeld naar wonderlijke plekken als Siberië. Ik voel me ook verwant. Met mijn collega’s maakten we volkse programma’s voor een groot publiek. Men verweet ons wel eens dat we té volks waren. Maar ik vind het een taak van de publieke omroep om naast de ernstige feiten en de experts ook die volkse verhalen te vertellen. Wat dat betreft, beschouw ik Martin en de mensen van Iedereen beroemd wel een beetje als onze erfgenamen.”
Lidewij Nuitten: “Gewone mensen zijn vaak puurder”
In een programma als Iedereen beroemd wordt de traditie van Jan Van Rompaey en zijn collega’s om de gewone Vlaming op te zoeken verder gezet. De kans is groot dat men het pad kruist van reporter Lidewij Nuitten. Zij werd bekend met de reportagereeks waarbij ze eenvoudigweg de deur bij haar thuis met een camera buiten stapte om vervolgens haar buren te leren kennen.
“En iets daarvoor had ik Altijd rechtdoor gemaakt, een reeks waarbij ik een rechte lijn over de kaart van Vlaanderen volgde en spontaan mensen ontmoette. Waarom? Ik denk dat ik altijd al graag mensen ontmoet heb. Ik identificeer mijzelf ook meer met de mensen in de straat. Experts kunnen iets heel goed uitleggen maar vaak heb ik het gevoel dat er een filter op zit. Als je gewone mensen aanspreekt dan zit daar geen filter op, dat maakt het voor mij puurder.”
In de jaren dat Jan Van Rompaey furore maakten, keken mensen nog op van een cameraploeg. Lidewij hanteert haar camera, een veel compacter model intussen, vaak zelf. Kijken mensen dag nog op. “Ik heb de voorbije 7 a 8 jaar wellicht honderden mensen ontmoet en het valt me op dat ze vaak zeggen dat ze al eens ergens op tv geweest zijn. Dat moet nu helemaal anders zijn dan in de tijd van Jan Van Rompaey. Mensen praten wellicht ook veel spontaner met een reporter dan vroeger.”
Met de komst van de smartphone is de Vlaming er zelfs gewend aan geraakt om zichzelf te filmen. “Grappig hoe snel alles geëvolueerd is. Mijn eerste reportages maakte ik nog met een oude Nokia op zak. Met een collega bij Iedereen beroemd heb ik de rubriek Van Alaska tot Zimbabwe bedacht: we lieten mensen zelf filmpjes insturen. Dat is ondertussen zo gewoon. Al verwacht ik niet dat we in de toekomst alleen nog maar met smartphone-beelden gaan werken. Soms wil je iets mooi maken. Zo is er een moment in mijn nieuwe programma Waar is Mark, binnenkort op Eén, waarbij ik met een ploeg heb gewerkt met alles er op en er aan. Want ik vond: hier mag het ‘cinema’ zijn.” (lacht)
Deel dit artikel op sociale media
Benieuwd naar het reilen en zeilen achter de schermen bij VRT? In onze maandelijkse nieuwsbrief kom je meer te weten
De nieuwsbrief is gratis én je kan je steeds uitschrijven. Lees ons privacy beleid.