Ga naar de hoofdinhoud
regieassistent bedient de clap bij opname lost Luggage

Hoe wordt onze Vlaamse fictie gefinancierd?

Fictiereeksen maken kost geld. Véél geld. Doorheen de jaren zijn Vlaamse producties zeer kwaliteitsvol geworden, maar daardoor ook veel duurder. Toch blijven we kwalitatieve series maken. Hoe krijgt VRT dat betaald? 

Het is vandaag niet evident om fictie te financieren. VRT en Vlaamse productiehuizen willen lokale verhalen blijven maken, maar wel in een hedendaagse context. “De kijker is vandaag een hoge standaard gewoon”, zegt Wim Janssen, hoofd fictie voor Eén, Canvas en VRT MAX. “Om daaraan tegemoet te komen, zijn hoge productiebudgetten nodig. Daarom is het heel gebruikelijk om met verschillende partijen samen te werken wanneer we een fictiereeks maken.”

Grofweg 20 tot 44% van het budget van de fictiereeksen die je op zondagavond op VRT ziet, komt van VRT

Welke mogelijke financieringsbronnen zijn er voor onze fictie?

Vaak brengen producenten de financiering bijeen uit verschillende bronnen.

  • VRT (telkens voor 20 tot 44 procent van de totale kostprijs)
  • Lokale partners zoals Streamz, Telenet en Proximus
  • Het Mediafonds van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) van de Vlaamse Gemeenschap dat onder meer fictie ondersteunt
  • Belgische en internationale filmfondsen als Screen Flanders, Screen Brussels, Wallimage en het Creative Europe Media Fund
  • Het systeem van Tax Shelter waarbij bedrijven fiscale voordelen genieten wanneer ze investeren in Belgische producties
  • De investeringsverplichting voor telecomoperatoren (zoals Proximus en Telenet) en streamers (zoals Streamz, Netflix, Amazon Prime en Disney+). Deze stimuleringsregeling verplicht deze bedrijven om te investeren in Vlaamse fictie: ofwel via een bijdrage aan het VAF, ofwel door te participeren in een specifieke reeks. De redenering is simpel: wie een Vlaams publiek wil bereiken en daar een economisch voordeel uit haalt, moet ook investeren in de Vlaamse productiesector
  • Institutionele financiering of de samenwerking met een overheidspartner
  • Product placement of het verwijzen naar een product, dienst of merk binnen een televisieprogramma
  • Internationale co-productiepartner, zoals een andere omroep of een streamingdienst
  • Distributeur ofwel sales agent die de uitzendrechten als tussenpersoon aan de man brengen

Voorbeelden:

  • Lost Luggage: De Mensen voor VRT, in samenwerking met Arte en Telenet, het VAF, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het programma Creatief Europa – MEDIA van de Europese Unie, Newen Connect en Tax Shelter.
  • Undercover: De Mensen voor VRT, in samenwerking met Netflix, Proximus, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Federation Entertainment, Les Gens, Gardner and Domm, Gallop en Tax Shelter.
  • 1985: Eyeworks voor VRT, in coproductie met RTBF,  in samenwerking met het VAF, Screen Flanders, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, STUDIOCANAL en Tax Shelter.
  • Twee zomers: Panenka voor VRT, in coproductie met Netflix, in samenwerking met Année Zéro, France tv distribution, Tax Shelter en de Franse Tax Rebate voor Internationale Producties. 

Inzake financiering van fictie voor  Eén, Canvas, Ketnet of VRT MAX, is er een verschil tussen reeksen met een internationaal potentieel (zoals bijvoorbeeld onze zondagavondfictie) en reeksen die uitsluitend voor de Vlaamse kijker bedoeld zijn (zoals onze dagelijkse fictiereeks Thuis).

Voor die eerste categorie zijn er extra mogelijkheden. “Samen met de Vlaamse productiesector zijn we vijf jaar geleden écht beginnen inzetten op dat internationale verhaal”, vertelt Dorien Laseure, hoofd internationale sales van VRT. “Daarvoor voelden we nog niet zo’n grote invloed van internationale platformen zoals Netflix. Die laatste heeft ons als sector uitgedaagd en onder druk gezet, maar ook naar een hoger niveau getild. Onze middelen zijn beperkt, maar de productiebudgetten blijven wel razendsnel stijgen. Omdat we dat niet alleen kunnen dragen, moeten we op zoek naar internationale partners.”

We moeten op zoek naar internationale partners om onze fictie gefinancierd te krijgen

Dorien Laseure, hoofd internationale sales VRT

In zulke gesprekken wordt er eerst bekeken of er een inhoudelijke match mogelijk is. “De vraag is dan: kan dit verhaal het publiek van beide mediaspelers bekoren”, aldus Laseure. “Als het antwoord ja is, kunnen we verder praten. Dat zijn geen eenvoudige gesprekken, het gaat immers om hoge investeringen. Maar ze zijn nodig om het juiste en nodige kapitaal bij elkaar te krijgen.” Zo coproduceert VRT een aantal reeksen samen met andere omroepen.  Lost Luggage werd gecoproduceerd door Arte, en de nieuwe reeks 1985 samen met de Franstalige omroep RTBF. In het geval van Twee zomers of De Club werkt VRT samen met  een internationale streamingdienst als coproducent, zoals Netflix en Amazon Prime. 

Maar zo’n samenwerking kan ook op andere manieren. Zo worden er regelmatig voorverkopen gesloten, waarbij (inter)nationale partners de rechten kopen om een nieuwe reeks in een bepaald territorium te mogen uitzenden. VRT werkt ook regelmatig met internationale distributeurs, ofwel sales agents die de uitzendrechten als tussenpersoon aan de man brengen. Eens de content is gefinancierd, wordt er met deze partners samengewerkt om onze lokale Vlaamse fictiereeksen te laten reizen. 

Lees hier ons artikel over Vlaamse fictie in het buitenland:

“Alles wat we doen, doen we hand in hand met de Vlaamse productiesector”, zegt Elly Vervloet, VRT-experte internationale fictie. “Zo proberen we ook elk vanuit ons eigen netwerk de beste internationale partners aan boord te krijgen. VRT heeft bijvoorbeeld via de EBU veel contacten bij andere publieke omroepen. Productiehuizen hebben dan weer een groot netwerk van distributeurs en samen hebben we goede contacten met streamers. Maar we delen vooral de ambitie om echte kwaliteit te brengen.”

Laseure: “Door slim samen te werken zorgen we ervoor dat we Vlaamse reeksen kunnen blijven maken, reeksen die we ook op de internationale kaart kunnen zetten. Hoe we de producties gefinancierd krijgen, welke partners we gaan betrekken, hoe we naast financiering ook nog inkomsten naar Vlaanderen proberen halen: daar heeft de sector een even belangrijke stem in. Bovendien vinden we het belangrijk dat iedereen een zo groot mogelijk stuk van de koek krijgt. Die return on investment is zowel voor VRT als voor de lokale partners cruciaal. Het betekent een positieve bijdrage aan het lokale ecosysteem, zodat er weer geiïnvesteerd kan worden in nieuwe producties.”

Vorig jaar was VRT samen met de Vlaamse productiesector aanwezig op het Serial Killer Festival in het Tsjechische Brno. En in april 2022 stonden we op het internationale seriefestival Canneseries in Cannes.

 

Ivy Vanhaecke en Nathalie Basteyns, producent en regisseur bij de presentatie van Lost luggage

Tax Shelter als voornaamste hefboom

Daarnaast is er de Tax Shelter. Dit systeem laat toe om privaat geld te investeren in Belgische producties in de audiovisuele sector, podiumkunsten en gamingsector. In ruil genieten investeerders een fiscaal voordeel. Elke fictieproductie die in Vlaanderen wordt gedraaid, maakt gebruik van de Tax Shelter.

“Er is dus sowieso een indirecte kostprijs voor de staat”, legt Tim Raats (prof. Communicatiewetenschappen VUB ) uit. “Je kan het vergelijken met het fiscale voordeel dat je krijgt wanneer je doneert aan een goed doel. Bij Tax Shelter wordt wel verwacht dat er een bedrag wordt geïnvesteerd in de audiovisuele sector, dat is met andere woorden een investering in de Belgische economie.” 

25 tot 30 procent van elke Vlaamse reeks wordt met Tax Shelter geld betaald

Tim Raats (professor Communicatiewetenschappen VUB)

Het systeem blijkt zo een belangrijke hefboom om fictie te blijven financieren. “Vandaag is het ondenkbaar om nog tv-fictie zonder Tax Shelter te maken”, aldus Raats. “Het zorgt ervoor dat de sector op een continue basis kan blijven produceren. Van elke Vlaamse reeks wordt 25 tot 30 procent met Tax Shelter betaald. Het systeem is doorheen de jaren al verschillende keren bijgestuurd. Het feit dat dit telkens zo snel en in nauw overleg met de sector is gebeurd, toont hoe noodzakelijk het is om het systeem te behouden.”

Ook over reeksen die specifiek worden gemaakt voor het Vlaamse publiek, wordt steeds internationaler gedacht. Zo uitte VRT-CEO Frederik Delaplace in december 2021 de intentie om een nieuwe sitcom te produceren. “Ook hier zullen we proberen om een reeks te maken die het buitenland kan aanspreken”, zegt Laseure. “Wie weet kunnen we in Nederland een enthousiaste partner vinden. Maar in de eerste plaats kijken we toch vooral naar natuurlijke partners in Vlaanderen.”

Dankzij deze samenwerkingen is er veel mogelijk. Ook in Vlaanderen, dat misschien niet dezelfde financiële slagkracht geeft als internationale markten. Maar we vallen op. “Wij durven stappen zetten en te innoveren op verschillende domeinen”, besluit Vervloet. “Onze storytelling, onze manier van produceren, de diversiteit in onze reeksen... En dat is voor mij ook echt cruciaal. We mogen niet blijven stilstaan. Vooruitdenken en nieuwe verhalen vertellen, dat is het opzet. En dat werpt zijn vruchten af. Vroeger was VRT totaal onbekend op de internationale scène. Nu komen festivals naar ons om de première van onze reeksen bij hen te houden.”

Deel dit artikel op sociale media

Benieuwd naar het reilen en zeilen achter de schermen bij VRT? In onze maandelijkse nieuwsbrief kom je meer te weten

De nieuwsbrief is gratis én je kan je steeds uitschrijven. Lees ons privacy beleid.