Vanaf dinsdag 11 februari om 21.20 uur op VRT Canvas en VRT MAX.
In aanloop naar de heropening van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen in de herfst van 2022, nodigde Thomas Vanderveken drie weken lang een bekende gast uit voor een exclusieve overnachting bij één van de topstukken uit de rijke museumcollectie. Een onvergetelijke ervaring, zo bleek, en dus voor herhaling vatbaar.
Tweede editie: vier werken, vier musea
In deze tweede editie van Een nacht in het museum mag Thomas vier nieuwe gasten blij maken: acteur, presentator en muzikant Wim Opbrouck, actrice, scenariste en social mediafenomeen Elisabeth Lucie Baeten, schrijver Herman Brusselmans en voetbalanaliste Imke Courtois. Thomas verrast hen telkens met één topwerk uit de collecties van vier musea: de Bing of the Ferro Lusto van Panamarenko (M HKA), De Dood van Marat van Jacques-Louis David (KMSKB), het Reliekschrijn van de Heilige Ursula van Hans Memling (Museum Sint-Janshospitaal Brugge) en La Voix du Sang van René Magritte (Magritte Museum).
Magische nachten
Het is de natte droom van menig kunstliefhebber: overnachten bij een iconisch werk in een leeg museum. Wanneer de drommen bezoekers de majestueuze museumzalen hebben verlaten en de stilte de kunstwerken nog meer laat spreken.
Thomas Vanderveken: Gemiddeld kijkt een museumbezoeker 28 seconden naar een kunstwerk, maar wat heb je dan werkelijk gezien? Wat als je een hele nacht de tijd neemt? Mijn gast en ik gaan voor slow time en een magische slapeloze nacht.
De nacht biedt een unieke kans om dicht bij het kunstwerk te komen, letterlijk en figuurlijk. Thomas en zijn gast geven hun ogen volop de kost, drinken en dineren bij het werk.
Thomas gidst zijn invité door de boeiende achtergrondverhalen die hij in de vorm van reportages en gesprekken met experts voorbereidde. Die helpen het werk te doorgronden en er anders naar te kijken. En dan is er nog Thomas’ geheime wapen: de mystery guest. Een bekende kunstenaar die ’s nachts op bezoek komt en een persoonlijke en bevlogen bloemlezing brengt.
Reageerde Thomas’ gast bij het begin van de nacht nog lauwtjes op het keuzewerk, dan is de kans groot dat hij tegen het aanbreken van de ochtend helemaal is verk(n)ocht. Vanuit een comfortabel bed mag hij nog even verder dromen.
Wim Opbrouck bij de Bing of the Ferro Lusto van Panamarenko (dinsdag 11 februari)
In de eerste aflevering van dit tweede seizoen nodigt Thomas Vanderveken acteur, presentator en muzikant Wim Opbrouck uit om te overnachten in het M HKA (Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen) bij de Bing of the Ferro Lusto van Panamarenko. De imposante zeven meter brede vliegende schotel is een laat werk van de Antwerpse kunstenaar en het hoogtepunt van zijn levensproject Viaggio alle Stelle, ofte Reis naar de Sterren.
Hoewel hij minder vertrouwd is met het werk dat Thomas voor hem uitkoos, out Wim zich bij de onthulling als grote fan van Panamarenko: ‘Thomas, hier kunnen we 10 dagen naar kijken! Absoluut één van mijn lievelingskunstenaars.’ Daarin is hij niet alleen. Panamarenko is één van onze bekendste en meest geliefde kunstenaars. Zijn werken verwonderen, ontroeren en spreken het eeuwige kind in ons aan. Toch schuilt er ook een grote ernst in zijn poëtische tuigen. Wim ontdekt tijdens de nacht dat de Bing niet zomaar als ‘n ludieke jongensdroom van Panamarenko kan worden weggezet. De vliegende schotel is het resultaat van een ontembare drang naar vrijheid en een levenslange fanatieke zelfstudie.
Bart De Baere, directeur van het M HKA: ‘In essentie gaat zijn kunst over vrijheid, kunnen bewegen. Het ultieme beeld daarvan is als je kan ontsnappen aan de zwaartekracht. En de max daarvan is niet alleen ontsnappen aan de zwaartekracht, maar naar de sterren gaan. De max van de max dus, zo ver je kunt denken.’
Kunstenaar Rinus Van de Velde bewondert de ernst in Panamarenko’s aanpak: ‘Zijn ruimteproject is theoretisch onderbouwd. Hij heeft daarover gestudeerd, formules bedacht. Dat vind ik mooi aan dat soort kunstenaarschap en probeer ik zelf ook te doen. Daar serieus mee om te gaan. Niet als spelletje te beschouwen of een manier om me bezig te houden, maar daar echt in te geloven.’
Ook onder de wetenschappers heeft Panamarenko fans. Kosmoloog Thomas Hertog dicht Panamarenko een unieke plaats toe op het snijvlak van kunst en wetenschap: ‘Hij gebruikt formules en wiskunde om emotie in zijn werk te leggen. Hij positioneert zich in de onontgonnen sfeer tussen wetenschap en kunst.’
Die unieke plaats eist Panamarenko al vroeg in zijn carrière op. Met de steun van Duits kunstenaar Joseph Beuys groeit hij uit tot één van de boegbeelden van de na-oorlogse Europese avant-garde.
Bart De Baere: ‘Als je kijkt naar de kunst in de wereld nu, dat is de taal van die avant-garde, van kunstenaars als Panamarenko en Beuys die hebben gezegd: je kan met alles kunst maken. Dat betekent niet dat alles kunst is. Dat is een even grote of misschien nog grotere uitdaging dan een schilderij maken. Dat is de basis waarop over heel de wereld nu kunst wordt gemaakt.’
Toch krijgt Panamarenko vaak ook tegenwind. Een veel gehoord commentaar is dat zijn tuigen niet luchtwaardig zijn. Een dooddoener volgens Wim. De Bing of the Ferro Lusto kan wel degelijk vliegen, voor wie erin gelooft.
Wim Opbrouck: ‘De Bing is onze dreamcatcher. De module die ons ergens naartoe kan brengen. Panamarenko heeft ons veel meer doen denken en doen dromen: er bestaat altijd een mogelijkheid om naar de sterren te gaan.’
Met o.a. Wim Opbrouck (nachtgast), Rinus Van de Velde (kunstenaar), Thomas Hertog (kosmoloog), Bart De Baere (directeur M HKA), Piet Van Hecke (kunsthistoricus M HKA) Eveline Hoorens (weduwe Panamarenko), Anny De Decker (ontdekster Panamarenko), Lieven Declerck (kunstverzamelaar).
Elisabeth Lucie Baeten bij De Dood van Marat van Jacques-Louis David (dinsdag 18 februari)
In deze tweede aflevering trakteert Thomas Vanderveken actrice, scenariste en social media-fenomeen Elisabeth Lucie Baeten op een magische overnachting in de KMSKB (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België) bij De Dood van Marat van Jacques-Louis David.
Het beeld van de dode Jean-Paul Marat in zijn bad is een icoon van de Europese schilderkunst, maar ondergewaardeerd volgens curator Davy Depelchin: ‘De Dood van Marat is miskend. Weinig Belgen weten dat zo’n iconisch werk hier in het Brusselse museum hangt’.
Ook Elisabeth kent het schilderij niet, maar ze is bij de eerste aanblik wel meteen onder de indruk: ‘Wat is dat!? Ik ben even uit het lood geslagen. Het roept ook meteen vragen op: Wie is dat? Waarom ligt die daar zo? Wat staat er op die brief? Het bebloede mes ligt er nog naast dus ik gok dat het een zelf toegebrachte wonde is en dat dat de afscheidsbrief is’.
Voor het antwoord op al die vragen trok Thomas naar Parijs. Daar vereeuwigde Jacques-Louis David in 1793 de dood van journalist en revolutionair Marat. Een true crime scene want Marat bracht de dodelijke wonde niet zelf toe. Wie dan wel is de uitkomst van een spannende whodunit die zich afspeelt tegen het bloedige decor van de Franse revolutie.
Marat staat geboekstaafd als volksmenner en extremist die duizenden politieke tegenstanders naar de guillotine stuurde, leert Elisabeth nog. Nochtans is dat niet het gevoel dat het schilderij bij haar oproept: ‘Hij oogt veel zieliger en triester dan wat ik tot nu toe heb gehoord’. Waarom David Marat afbeeldde als lijdende christus, als een martelaar van de Franse revolutie, is een queeste die Thomas helemaal naar Napels leidt. In de voetsporen van de jonge David ontdekt hij daar hoe de 18e-eeuwse Pompeïmania de schilder voorgoed heeft veranderd.
De Dood van Marat is los van zijn turbulente geschiedenis ook gewoon een prachtig kunstwerk en favoriet van fotograaf Stephan Vanfleteren. Tijdens zijn nachtelijke bezoek brengt hij een ode aan het verstilde tafereel en trekt parallellen met zijn eigen werk waarin de dood als thema vaak centraal staat.
In een 19e-eeuws handgeschreven testament dat zorgvuldig wordt bewaard in de archieven van de KMSKB, ontdekken Elisabeth en Thomas tenslotte waarom dit doek dat zo iconisch is voor de Franse geschiedenis en schilderkunst uiteindelijk niet in het Parijse Louvre is beland, maar bij ons in Brussel te bewonderen is.
Met o.a. Elisabeth Lucie Baeten (nachtgast), Stephan Vanfleteren (fotograaf), Davy Depelchin (curator KMSKB), Loris Chavanette (historicus), Côme Fabre (conservator Louvre), Inga Rossi-Schrimpf (collectiedirecteur KMSKB).
Herman Brusselmans bij Het Ursulaschrijn van Hans Memling (dinsdag 25 februari)
In deze aflevering trekken Thomas Vanderveken en Herman Brusselmans naar het Brugse Museum Sint-Janshospitaal om er te overnachten bij het wereldberoemde Ursulaschrijn. De reliekhouder werd in 1489 door Hans Memling ontworpen en beschilderd en sindsdien in het hospitaal bewaard.
Onderweg naar de locatie, polst Thomas nog op welk werk zijn nachtgast hoopt. ’Liefst niet de klassieke kunst’ repliceert Brusselmans, ‘De oude garde, Rembrandt en Rubens en zo, vind ik een beetje afgezaagd. Het Meisje met de Parel, het Melkmeisje…‘t Is nu al goed met de meisjes’.
Een uitspraak die hij bij de onthulling van het schitterende 15e-eeuwse schrijn onmiddellijk weer nuanceert: ‘Ik besef wel dat dit bijzonder is net omdát het zo oud is. Maar ik heb de middeleeuwen altijd griezelig gevonden. Ik ben blij dat ik toen niet leefde’.
Dat het er in de middeleeuwen inderdaad niet altijd even gezellig aan toeging, bewijst ook de legende van de Heilige Ursula, door Memling als een middeleeuws stripverhaal vastgelegd op de zijpaneeltjes van het schrijn. Daarop is te zien hoe de christelijke koningsdochter Ursula een pelgrimstocht naar Rome onderneemt waarbij ze zich laat vergezellen door 11.000 maagden. Op de terugreis valt het gezelschap in handen van de Hunnen die op dat moment Keulen belegeren. Ursula en haar maagden worden brutaal vermoord. Tragisch einde van een verhaal dat door de eeuwen een paar keer werd bijgestuurd. Zo verneemt Brusselmans waarom er vanaf de 12e eeuw plots mannen figureerden in de populaire maagdencultus, hoe Ursula aan haar 11.000 gezellinnen kwam en waarom de Kerk haar pelgrims -pun intended- ‘op het verkeerde been zette’.
De inhoud van het Brugse schrijn en andere heiligenrelieken worden onderzocht door kunstwetenschapper Jeroen Reyniers: ‘Met ons technisch onderzoek kunnen we vandaag dateren of een bot van de vijfde of dertiende eeuw is en zo bijvoorbeeld ook zwarte markten achterhalen. 500 Jaar geleden was men daar niet mee bezig. Vals of echt, dat werd niet in vraag gesteld’.
‘Dat is de definitie van geloof’, beaamt Brusselmans, ‘Je weet niet of het waar is en toch geloof je dat het zo is. Dat heeft al voor veel ellende gezorgd, maar ook voor veel troost. Iedereen heeft op een bepaald moment in zijn leven angst voor de dood. Als je dan gelooft verder te leven in whatever, ga je waarschijnlijk met een geruster gemoed dood dan dat je zeker weet dat er niks is.‘
Troost bieden, dat is ook wat Memlings kunst deed voor de zieken en stervenden in het middeleeuwse Sint-Janshospitaal. Een laatste houvast als de rudimentaire geneeskunde geen soelaas bracht.
Het hospitaal bezit de op één na grootste collectie Memlings. De grootste kan je in The Metropolitan Museum of Art in New York bewonderen. Memling was vooral vernieuwend als portretschilder. Zijn portretten met landschappen in de achtergrond inspireerden belangrijke Italiaanse renaissance-schilders als Leonardo da Vinci. Zonder Memling, geen Mona Lisa.
Zonder Herman Bouchery ook geen Ursulaschrijn. Dat we het kunstwerk anno 2025 nog in al z’n glorie kunnen bewonderen, danken we aan de moed van de piepjonge conservator van Museum Plantijn-Moretus. Die kreeg de opdracht van de Duitse bezetter om het Brugse schrijn en andere Vlaamse kunstschatten te beschermen. Bouchery vervulde die taak met de grootste toewijding en gevaar voor eigen leven en dat van zijn jonge gezin.
Zonder Ursulaschrijn dan weer geen Jan De Cock. De beeldhouwer die vandaag op een steenworp van het Sint-Janshospitaal woont, is kunst beginnen maken toen hij als jonge kerel het schrijn zag. Hij brengt tijdens zijn nachtelijke bezoek een eigenzinnige lezing van Memlings meesterwerk.
Met o.a. Jeroen Reyniers (kunstwetenschapper), Jan De Cock (kunstenaar), Anna Koopstra (curator Museum Sint-Janshospitaal), Anna-Claire Stinebring (curator Metropolitan Museum of Art, NY), Geert Souvereyns (historicus), Bert Govaerts (auteur).
Imke Courtois bij La Voix du Sang van René Magritte (dinsdag 4 maart)
Tijdens deze laatste nacht in het museum bivakkeert Thomas Vanderveken met voetbalanaliste Imke Courtois bij La Voix du Sang (De Stem van het Bloed). Het beeld van een sprookjesachtige boom in een mistig nachtlandschap is een laat werk van de Belgische surrealist René Magritte.
Bij haar aankomst in het Magritte Museum loopt Imke niet over van enthousiasme: ‘Surrealisme is niet iets waar ik spontaan naartoe ga. Omdat ik het nog niet heb begrepen.’ Toch valt het werk dat Thomas voor haar uitkoos meteen in de smaak: ‘Dit is wel boeiend. Ik had weer zoiets blauw met witte wolkjes -met alle respect- verwacht. Als ik twee dingen leuk vind aan een schilderij is het het geometrisch abstracte of als ik er een symboliek in kan vinden. En dat heb ik wel met een boom.’
Ter voorbereiding van de nacht ging Thomas op zoek naar de symboliek en diepere betekenis van Magrittes mysterieuze boom met deurtjes in de stam. Een concrete inspiratiebron vond Thomas in Oxford University. Daar doceerde medio 19e eeuw éne Charles Dodgson, beter bekend onder zijn nom de plume Lewis Carroll. De dochter van een bevriend decaan inspireerde hem tot zijn wereldberoemde verhaal Alice in Wonderland. Magritte en de andere surrealisten lieten zich op hun beurt graag inspireren door Carrolls wonderlijke wereld. Kunsthistoricus Yuval Etgar: ‘La Voix du Sang is gebaseerd op een prachtige passage in hoofdstuk zeven. Op het feest van de Gekke Hoedenmaker ontdekt Alice een mysterieuze deur in een boom die naar een verborgen plek leidt. De idee van een deur in een boom te openen en iets verbazingwekkends te ontdekken, neemt Magritte letterlijk over in La Voix du Sang en een reeks andere schilderijen met datzelfde thema.‘
Thomas trok ook naar het casino in Knokke. Naast roulettes en gokautomaten vind je daar Het Betoverde Rijk, een 72 meter lange muurschildering van Magritte. De gigantische fresco is een best of van zijn favoriete thema’s en steeds weerkerende symbolen. Magritte hield van herhaling, niet uit gemakzucht, maar vanuit een streven naar het creëren van mysterie. Kunstexperte Virginie Devillez: ‘Door dezelfde objecten steeds weer in een andere context te gebruiken, zet Magritte ons aan het denken over de wereld om ons heen. Als hij een tafel schildert met daarop een appel, is dat een gewoon stilleven, maar als hij een appel schildert met daarbovenop een tafel, wordt het een mysterieus beeld.’
Thomas dook ook in de biografie van de surrealistische meester. De kunstenaar die lak had aan een arty farty imago en zich liever als het burgermannetje met bolhoed profileerde. De schilder die zichzelf geen schilder vond, maar een beeldenbedenker. De man die hield van absurde humor en olijke avonden onder vrienden, maar die ook een donkere kant had. Imke ontdekt welk persoonlijk drama er schuilgaat achter de vrolijke façade van de grootmeester.
Met o.a. Imke Courtois (nachtgast), Herr Seele (kunstenaar), Xavier Canonne (kunsthistoricus), Yuval Etgar (kunsthistoricus), Francisca Vandepitte (curator Magritte Museum), Virginie Devillez (kunstexperte), Jacques Roisin (auteur).
Lees zeker ook
Deel dit artikel op sociale media
Benieuwd naar het reilen en zeilen achter de schermen bij VRT? In onze maandelijkse nieuwsbrief kom je meer te weten
De nieuwsbrief is gratis én je kan je steeds uitschrijven. Lees ons privacy beleid.