Financieringspijlers
Naast de overheidsfinanciering haalt VRT nog inkomsten uit andere bronnen, zowel uit commerciële als niet-commerciële activiteiten.
VRT onderscheidt 6 financieringspijlers, waarvan de indeling gebaseerd is op het nieuwe commercieel kader dat goedgekeurd werd in oktober 2023 (het kader waarbinnen VRT commerciële activiteiten kan uitoefenen):
Pijler 1: Subsidies
De basisdotatie van de Vlaamse Overheid voor de inhoudelijke publieke opdracht;
De dotatie voor het Brussels Philharmonic;
De overige subsidies (deze zijn steeds gebaseerd op een individueel subsidiebesluit van een overheidsinstantie).
De Vlaamse burger draagt in 2023 via zijn belasting bijdragen gemiddeld 42,07 euro per jaar (of 11,5 eurocent per dag) bij aan de werking van de publieke omroep. Daarvoor krijgt hij 3 televisiekanalen (Eén, Canvas en Ketnet), 5 radionetten (Radio 1, radio2, Klara, MNM en Studio Brussel), een streamingplatform VRT Max, verschillende websites en extra digitaal aanbod.
Video
Pijler 2: Valorisatie van VRT-Content/diensten en daarvan afgeleide exploitaties
Pijler 2.a. Inkomsten uit de exploitatie van het openbaar
aanbod: distributie-inkomsten
Distributie-inkomsten
De vergoedingen die VRT ontvangt van de kabeldistributeurs voor het lineair uitzenden van VRT-programma’s. Het gaat hier niet alleen om Belgische distributeurs zoals Proximus en Telenet, maar ook om distributeurs in Nederland en Duitsland.
De vergoedingen van Telenet en Proximus voor het aanbod-op-aanvraag
Andere
De inkomsten die VRT ontvangt uit de verkoop van programma’s en formats;
De inkomsten uit vertaling, dubbing en ondertiteling;
De inkomsten uit sms- en betaallijnen en uit apps.
Pijler 2.b. Inkomsten uit de exploitatie van afgeleiden
Afgeleide producten zijn afgeleid van VRT-netten en hun programma’s, maar maken er geen fundamenteel onderdeel van uit. Met de afgeleide producten wordt in eerste instantie een commercieel doel nagestreefd, naast het ondersteunen van VRT-merken.
De hoofdactiviteiten zijn: verkoop van merchandisingproducten (boeken, dvd's, cd’s,…) en de organisatie van evenementen. Deze activiteiten worden gegroepeerd onder de noemer creative partnerships.
Deze commerciële activiteiten zijn niet te verwarren met de louter promotionele activiteiten die VRT ontwikkelt in overeenstemming met zijn openbare opdracht. Deze promotionele activiteiten kunnen bestaan uit dezelfde soort activiteit (zoals bijvoorbeeld organiseren van evenementen en optredens), maar onderscheiden zich van de commerciële activiteiten door het louter promotionele karakter.
Pijler 3: Inkomsten uit boodschappen van algemeen nut en commerciële communicatie
Pijler 3.a. Inkomsten uit boodschappen van algemeen nut en commerciële communicatie
Overheidsinstellingen, sociale en humanitaire verenigingen, en verenigingen uit het domein van het algemeen welzijn kunnen - tegen vergoeding - via de lineaire radio- en televisiekanalen korte, informatieve boodschappen brengen. Deze inkomsten worden verworven via VAR.
Onder commerciële communicatie wordt verstaan: elke vorm van het ter-beschikking-stellen van commerciële ruimte via VRT-media aan adverteerders die hiermee hun goederen of diensten, dan wel hun imago wensen te promoten, en dit tegen betaling. Vormen van commerciële communicatie zijn radioreclame, radiosponsoring, televisiesponsoring, sponsoring niet-uitgezonden evenementen, internetreclame en financiële productplaatsing (het tegen betaling in beeld brengen van een product, merk of dienst in een televisieprogramma).
De opbrengsten uit commerciële communicatie en BAN worden – op uitzondering van de financiële productplaatsing - door VAR verworven.
De opbrengsten uit commerciële communicatie en BAN zijn enerzijds jaarlijks begrensd, maar anderzijds worden ze door de overheid gecompenseerd als ze onder een minimumgrens vallen.
Beperkingen van commerciële inkomsten
Bepalingen BHO 2021-2025
De inkomsten uit commerciële communicatie en BAN worden voor 2021 begrensd op 77,8 miljoen euro.
Binnen dit globaal plafond wordt uitgegaan van een systeem van ‘communicerende vaten’. Dat wil zeggen dat minderinkomsten uit één type van commerciële communicatie gecompenseerd kunnen worden door meerinkomsten uit een ander type of andere types van commerciële communicatie, evenwel zonder daarbij de grenzen van onderstaande twee subplafonds te overschrijden:
Subplafond 1: Binnen de begrenzing voor inkomsten uit commerciële communicatie en BAN wordt er een tweede bovengrens vastgelegd op 18,7 miljoen euro voor televisiesponsoring en televisievisibiliteit gegeven in het kader van sponsoring van evenementen die niet in het aanbod van VRT zijn opgenomen.
Subplafond 2: Binnen de begrenzing voor inkomsten uit commerciële communicatie en BAN wordt er een bovengrens vastgelegd op 2,5 miljoen euro voor online display/bannering. Inkomsten die verkregen worden via samenwerking met particuliere media op dit vlak, worden niet verrekend in dit subplafond, maar wel onder het globale plafond.
De waarde van de ruilovereenkomsten die betrekking hebben op commerciële communicatie en BAN wordt niet mee gerekend bij de inkomsten uit commerciële communicatie en BAN die verrekend worden binnen het globale plafond en de subplafonds.
Enkel de geplafonneerde bedragen van de subplafonds kunnen in rekening worden gebracht bij de berekening van het globaal plafond.
Vanaf 1 januari 2022 wordt het globaal plafond op commerciële communicatie en BAN geïndexeerd op basis van een marktindex, die ontwikkeld werd door de Vlaamse Overheid, in samenwerking met VRT en de particuliere media. Indien de marktindex stabiel blijft of daalt, wordt het globale plafond van VRT op hetzelfde niveau gehouden.
In geval van een indexering van het globale plafond, besteedt VRT minstens 33% van de middelen door deze indexering in externe productie (op voorwaarde dat het globale plafond effectief gerealiseerd wordt).
Overschotten of tekorten op commerciële inkomsten
VRT engageert zich om excedenten te beperken.
Ingeval de totale inkomsten uit commerciële communicatie groter zijn dan 76,8 miljoen euro (of mogelijks geïndexeerd globaal plafond vanaf 2022 – 1 miljoen euro), maar kleiner of gelijk zijn aan het globaal plafond (geïndexeerd vanaf 2022), wordt het verschil tussen de totale inkomsten en 76,8 miljoen euro (of mogelijks geïndexeerd globaal plafond vanaf 2022 – 1 miljoen euro) het jaar daarop aangewend ten behoeve van het Mediafonds.
Ingeval de totale inkomsten uit commerciële communicatie groter zijn dan 77,8 miljoen euro (of mogelijks geïndexeerd globaal plafond vanaf 2022), wordt 1 miljoen euro het jaar daarop aangewend ten behoeve van het Mediafonds en wordt het verschil tussen de totale inkomsten en 77,8 miljoen euro (of mogelijks geïndexeerd globaal plafond vanaf 2022) geplaatst op een wachtrekening. De Vlaamse Regering beslist over de toewijzing van de middelen op deze wachtrekening.
Ter uitvoering van haar publieke opdracht, houdt VRT op jaarbasis rekening met een financiering via eigen middelen uit commerciële communicatie en BAN van minimaal 85% van het begrensde bedrag. Wanneer VRT aangeeft aan de Vlaamse Gemeenschap dat de zelf verworven middelen uit commerciële communicatie en BAN (exclusief ruil) onder dit niveau zijn gedaald, wordt een compensatieprocedure in werking gesteld. VRT levert hiertoe een afrekening na deze periode van 12 maanden, waarna het verschil tussen de minimumgrens en het netto gegenereerde bedrag wordt bijbetaald aan VRT via de dotatie.
Extra informatie over de promotievorm Productplaatsing.
Pijler 3.b. Inkomsten uit valorisatie buiten België
VRT kan mediaruimte vermarkten rond haar aanbod dat ze aanbiedt in territoria buiten België. Tot en met 2018 zijn er nog geen inkomsten geboekt voor deze pijler.
Pijler 4. Dienstverlening aan derden
Inkomsten uit andere commerciële exploitaties
Inkomsten uit dienstverlening zoals het verzorgen van transmissiediensten (ter beschikking stellen van communicatielijnen), en het verhuren van productiemiddelen;
Inkomsten uit huurgelden en concessies.
Pijler 5. Andere inkomsten
De opbrengsten van samenwerking rond programma’s (zowel de institutionele als niet-institutionele financiering). Specifiek rond samenwerking met steden en gemeenten werd een overeenkomst afgesloten met de VVSG.
Opbrengsten uit geleide bezoeken;
Gerecupereerde kosten (vb. tussenkomsten van verzekeringen,…);
Deelname door het personeel in de kosten van het bedrijfsrestaurant;
Financiële opbrengsten, meerwaarden, schadevergoedingen,…
Pijler 6. Ruilen
De “facilitaire toelevering” of productieruil: VRT levert prestaties aan externe productiehuizen in het kader van productieovereenkomsten. De waarde van de onderaanneming wordt mee opgenomen in de waarde van de uitzendrechten.
De contracten “mediaruimte” zijn overeenkomsten van VRT met andere mediagroepen met het oog op wederzijdse vermeldingen in elkaars media zoals kranten en tijdschriften.
De “gemengde ruilen”: spotjes of promotionele aankondigingen worden geruild voor o.a. promotionele aanwezigheid van VRT op evenementen, levering van data, levering van hand- en spandiensten voor een VRT productie, uitzendrechten, enz… Hieronder valt ook de productplaasting in natura, nl. het in beeld brengen van een merk, een product of een dienst waarbij de adverteerder in ruil het product of de dienst aanbiedt.
Marktindex
Samenwerkingscharter Citymarketing
Benieuwd naar het reilen en zeilen achter de schermen bij VRT? In onze maandelijkse nieuwsbrief kom je meer te weten
De nieuwsbrief is gratis én je kan je steeds uitschrijven. Lees ons privacy beleid.